zondag, september 18, 2005

Brief van een autobestuurder geflitst tegen 250 km/u op een baan waar de max. toegelaten snelheid 70 km/u was.

(vertaling van een brief van een automobilist uit Frankrijk)

Geachte Heer Procureur,

Als gevolg op het intrekken van mijn rijbewijs en de daarbij horende (zware) boete, stuur ik
U deze brief. Ik betwist immers de inbreuk wegens overdreven snelheid.
Het cirkelvormige paneel met het nummer «70» in het zwart, met een rode rand, op witte achtergrond heb ik inderdaad gezien. Verder was er geen enkele vermelding van eenheid.

U zult weten dat, sinds de wet van 4 juli 1837, het gebruik van het metrisch stelsel in ons land verplicht is en dat het decreet nr 65-501 van 3 mei 1961, gewijzigd in 1985 (aanpassing aan de Europese richtlijnen) bepaalt dat, als enige wettelijke basis-eenheden, enkel de eenheden uit het internationaal stelsel (I.S.) van toepassing zijn.

U kunt dit allemaal nazien op het web-site van de regering. Nu is het zo, dat in het systeem I.S., de meet-eenheid de «meter» is en de tijdseenheid de «seconde». Het is bijgevolg onbetwistbaar dat de wettelijke snelheidseenheid de meter per seconde (m/s) is.

Ik kan mij geen ogenblik inbeelden dat de Minister van Binnenlandse Zaken de wetten van de Republiek niet in acht zou nemen. Dus, bij gebrek aan een aanduiding van eenheid op het verkeersbord, moet die «70» beschouwd worden als het aantal wettelijke basis-eenheden, hetzij in deze geval, 70 m/s. Deze 70 m/s komen overeen met 252 km/u. Het parket beweert dat ik geflitst werd aan een snelheid van 250 km/u, en dat betwist ik helemaal niet. In feite was ik 2 km/u onder de toegelaten limiet.

Ik dank U bij voorbaat om uw aandacht te hebben geschonken aan deze brief. Gelieve mij dan ook mijn rijbewijs terug te bezorgen en de boete op te heffen.

Met vriendelijke groeten,